Hollandse schilders in de gouden eeuw
Het waren de schilders uit het Hollandse gewest die de Nederlanden in de gouden eeuw op de kaart zetten op het gebied van de schilderskunst. Het niveau van de Hollandse schilders lag – mede door de vrije handel in kunst in de Nederlanden – uitzonderlijk hoog en de schilders waren vergaand gespecialiseerd in vergelijking met hun collega's in het buitenland. De Hollandse schilderkunst kon worden ingedeeld in de periode van de barok en kende veel invloeden uit de Italiaanse schilderkunst al waren er ook aanzienlijke verschillen aan te merken tussen de Hollandse- en Italiaanse barok.
Inhoud
Hollandse schilderskunst
De schilderskunst uit de Hollandse gouden eeuw werd wereldberoemd dankzij de hoge kwaliteit van de kunstwerken maar ook door de enorme hoeveelheid schilderijen die in Holland werden gemaakt. De verscheidenheid in het aanbod schilderijen was enorm zowel op het gebied van formaat, prijs als thema en mede hierdoor raakten de werken wereldwijd verspreid.
Bloei
Door de stijging van de welvaart nam de handel in kunst toe en het verzamelen van schilderijen puur voor het plezier werd in Holland steeds gebruikelijker. Om de vraag en aanbod naar schilderijen in goede banen te leiden deed de kunsthandelaar zijn intreden en trok al snel een grote rol naar zich toe. Veel kunsthandelaren bezaten naast een galerie ook een eigen atelier en gingen een samenwerking aan met een meester-schilder om verzekerd te zijn van een constante voorraad schilderijen. De leiding van het atelier lag hierbij in handen van de schilder, de leiding over de galerie in handen van de kunsthandelaar.
Specialisatie
Door de enorme vraag naar schilderijen was het prioriteit voor de Hollandse schilders om zo veel mogelijk werken in een zo kort mogelijke tijd te maken. Om dit te kunnen doen specialiseerden het merendeel van de schilders zich in het schilderen van een bepaald genre (thema) om daar hun hele verdere leven niet meer van af te wijken. Helaas was het niet ieder schilder gegund een leven vol roem tegemoet te gaan aangezien er onderscheid werd gemaakt tussen
extraordinare en
gemene schilders. Tot de eerste groep behoorden de zogenaamde meester-schilders – schilders die waren toegelaten tot het schildersgilde – en toestemming hadden hun werken te signeren. Tot de tweede groep behoorden de schilders die voornoemde voorrechten niet hadden en dus 'naamloos' schilderden.
Kenmerken Hollandse schilderstijl
De 'Hollandse schilderstijl' werd beïnvloed door diverse buitenlandse schilderstechnieken en werd ingedeeld onder de barokke kunst. Met name de Italiaanse clair-obscur techniek en het gedachtegoed van het Antwerpse maniërisme vormden de basis voor de latere Hollandse schilderstijl, al waren de Nederlandse schilders een stuk soberder in hun kleurgebruik.
Italiaanse invloeden
Aan het begin van de zeventiende eeuw rondden vele Hollandse schilders hun periode als schildersleerling af met een rondreis door Italië om de werken van de grote meesters met eigen ogen te aanschouwen. Mede door deze reizen werden er diverse Italiaanse invloeden en technieken in Holland geïntroduceerd die de basis vormden voor de Hollandse schilderstijl. Met name de door de Italiaanse schilder Caravaggio (1571-1610) gebruikte clair-obscur-techniek – waarbij de licht-/donkercontrasten veel sterker werden afgebeeld dan ze in werkelijkheid waren – werd erg populair en vormden de basis van de Hollandse schilderstijl.
Maniërisme
Vanuit Antwerpen kwam het maniërisme over naar Holland waarbij het gedachtegoed van de schilderstijl populair werd, maar de daadwerkelijke schilderstijl niet. Het maniërisme had de neiging om lichamen, ruimten en perspectieven op een irrealistische manier af te beelden terwijl in Holland juist een uiterst realistische schilderstijl populair was. Het gedachtegoed 'schilderen naar voorbeeld van de natuur' raakte wel wijd verspreid onder de Nederlandse schilders en uitten zich onder andere in het gebruik van natuurgetrouwen kleuren.