De prinsen van het huis Oranje

In de achtste eeuw veroverde een man, genaamd Willem met de Hoorn, het plaatsje d'Orange dat was gelegen in het huidige Frankrijk. Onder leiding van Willem groeide het kleine plaatsje al snel uit tot graafschap en eind twaalfde eeuw werd het zelfs verheven tot prinsdom. Bertrand I van Baux kreeg de eer om de eerste soevereine prins van Oranje te worden en na het uitsterven van het Huis Baux volgden de heren uit het Huis Ivrea (Bourgondië-Châlon) hen op. Begin zestiende eeuw ging de titel over op de heren uit het Huis Nassau maar in 1702 brak er een successiestrijd uit.

Prinsdom Orange

Willem van Nassau (1533-1584) erfde op elfjarige leeftijd het in Frankrijk gelegen 'Principauté d'Orange' ('Prinsdom Oranje') van zijn neef René van Chalon (1519-1544). In de jaren die volgden kwam Willem van Nassau bekend te staan als prins Willem van Oranje, en/of als Willem de Zwijger, en speelde een belangrijke rol in de Nederlandse politiek. Na zijn overlijden erfden zijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen niet alleen de titel van prins van Oranje, maar ook de titel 'stadhouder'.

Conflict

De prinselijke titel werd tot het begin van de achttiende eeuw zonder problemen door gegeven van vader op zoon, maar na het overlijden van de (kinderloze) Willem II van Oranje (1650-1702) kwam hier verandering in. De eerste kandidaat voor de titel was Willems neef, Johan Willem Friso van Nassau-Dietz (1687-1711), die door Willem zelf was aangewezen als erfgenaam. De tweede kandidaat was Frederik I van Pruisen (1657-1713), die een gooi deed naar de titel op basis van het feit dat hij een rechtstreekse afstammeling was van Frederik Hendrik van Oranje (1584-1647), een zoon van Willem de Zwijger. En de derde kandidaat, Louis Charles de Mailly (circa 1618-1708) markies van Nesles, werd door de Franse koning naar voren geschoven omdat het prinsdom in Frankrijk was gelegen.

Oplossing

Na een slepend conflict dat diverse jaren duurden besloot de rechter als volgt; de prinselijke titel en het daadwerkelijke beheer van het grondgebied Oranje werden 'losgekoppeld'. Het grondgebied van het prinsdom werd toegekend aan de Franse kroon, maar de prinselijke titel werd toegekend aan Johan Willem Friso van Nassau-Dietz (Huis Nassau) én aan Frederik I van Pruisen (Huis Hohenzollern). Dit betekent dat vandaag de dag zowel de leden van het Huis Oranje, als de leden van het Huis Hohenzollern de titel van prins (of prinses) van Oranje mogen dragen.